Verband tussen windturbines en gezondheidsschade
Mede uit de SMB-richtlijn 2001/42 volgt dat windturbines pas mogen worden vergund als vooraf met wetenschappelijke zekerheid is vastgesteld dat plaatsing en exploitatie de gezondheid van de mens en diens leefomgeving wordt beschermd of verbeterd. Daaruit volgt dat verslechteringen niet zijn toegestaan. Dat geldt zowel voor de individuele gezondheid als voor de volksgezondheid.
Al bij het formuleren van de normen in genoemde regelingen was volgens het RIVM al duidelijk dat ten minste 9% van alle omwonenden mogelijk schade aan de gezondheid ondervindt. Dat betekent dat toen al dergelijke vergunningen niet hadden mogen worden afgegeven. Dat klemt te meer nu het toen in de praktijk windmolens met een tiphoogte van circa 75 meter betrof, terwijl er inmiddels vergunningen worden afgegeven voor turbines met een tiphoogte van 270 meter. De turbines worden ook steeds dichter op woningen geplaatst.
Bescherming van de gezondheid van de mens is een grondrecht, zowel internationaal, als nationaal.
Het verband tussen windturbines en gezondheidsschade wordt tot op heden door de Raad van State ontkend. Er zou ‘geen voldoende wetenschappelijke consensus‘ over zijn, dit ondanks het feit dat de eigen adviseur van de Raad van State (de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak) alleen al vanwege de toenemende hoogtes van windturbines herhaald adviseerde een ‘strafkorting‘ van 5 db in aftrek te brengen.
Windturbines worden wel hoger, maar niet stiller. Met name de steeds langer worden wieken geven per saldo steeds meer geluid, hinder en overlast.
Inmiddels is er mede op mijn verzoek hier te lande een gezaghebbende publicatie via DEI verschenen over het verband tussen windturbines en mogelijke gezondheidsschade. De aanbiedingsbrief en bedoelde publicatie zijn hier te vinden: