Uitspraken Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 18 september 2024
Op woensdag 18 september 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in twee zaken uitspraak gedaan over intrekkingsverzoeken voor verleende vergunningen met betrekking tot windparken (ECLI:NL:RVS:2024:3744 en ECLI:NL:RVS:2024:3745), dit in vervolg op de zitting van 24 november 2023.
De Afdeling heeft met name over vragen van juridische aard in het licht van het Unierecht geoordeeld. Daarbij heeft de Afdeling afgezien van het stellen van prejudiciële vragen.
In dit document vindt u de juridische beoordeling van de uitspraken. In de kern komt het erop neer dat zolang de SMB-richtlijn hier te lande door de Nederlandse overheid als Europese lidstaat niet correct is geïmplementeerd (een verplichting uit het loyaliteitsbeginsel) en de nuttige doorwerking daarvan niet in voldoende mate is verzekerd (een verplichting uit het doeltreffendheidsbeginsel) de bevoegde nationale autoriteiten, inclusief de nationale rechterlijke instanties, verplicht zijn om alle noodzakelijke maatregelen te treffen om het verzuim van een milieubeoordeling te herstellen. Een vergunning dient bijvoorbeeld te worden ingetrokken, vernietigd, nietig verklaard of opgeschort.
Dat Unierecht dient met voorrang te worden toegepast. Dat brengt met zich dat het nalaten dat Unierecht te implementeren en de doorwerking te verzekeren er geen beroep kan worden gedaan op procedurele autonomie van de lidstaat en op (proces)regels van nationaal recht. Nationale rechterlijke instanties zijn immers niet bevoegd om aan de nationale bepalingen voorrang te geven boven het Unierecht waarmee zij in strijd zijn, al was het maar tijdelijk. Dan zou immers afbreuk worden gedaan aan de uniforme toepassing van het Unierecht.
Het voorgaande betekent dat zolang de onrechtmatigheid in een zaak voortduurt en de nuttige doorwerking van de richtlijn wordt beperkt er geen sprake is van onherroepelijk besluitvorming of formele rechtskracht.
Voor meer informatie kunt u met mij contact opnemen via: Peter A. de Lange