Model intrekkingsbrief vergunningen windturbines

Op 6 april 2021 vindt de mondelinge behandeling plaats van de mogelijke gevolgen van het Nevele-arrest (C-24-19) door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Onder andere in verband met die uitspraak is het mogelijk het bevoegd gezag of de bevoegde gezagen reeds nu te vragen om intrekking van reeds eerder verleende vergunningen. Een tekst daarvoor treft u onderstaand aan. Deze tekst mag vrij gebruikt worden.

Op basis van de inhoud van de modeltekst kan, uiteraard ook al voordat vergunningverlening aan de orde of in aanvraag is, het bevoegd gezag of kunnen de bevoegde gezagen uitdrukkelijk gewezen worden op met name de onverenigbaarheid met het Unierecht. Waar nodig kan daaraan thans voor alsdan een aansprakelijkheidsstelling aan verbonden worden. De bevoegde gezagen dragen dan wetenschap en er is een schot voor de boeg gegeven op het punt van mogelijke aansprakelijkheid.

Het artikel over het aangetoonde verband tussen windturbines en mogelijke gezondheidsschade vindt u hier op onze website.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Mr Peter de Lange

Modeltekst:

“”
Aan het bevoegd gezag

Geacht

Bij besluit van XXX  heeft u als bevoegd gezag het bestemmingsplan gewijzigd en /of (een) omgevingsvergunning(en) verleend voor het realiseren en exploiteren van windturbines in XXX.
De Raad van State heeft in de uitspraak van XXX (ECLI:NL:RVS:XXX:XXX) het hoger beroep  ongegrond verklaard en de vergunningen aangepast c.q. in stand gehouden, zoals blijkt uit de uitspraak.

Ik wijs u er op dat het Hof van Justitie van de Europese Unie te Luxemburg op 25 juni 2020 in de zaak Aalter en Nevele (ECLI:EU:2020:503) opnieuw en verstrekkender heeft uitgemaakt dat plannen en programma’s met aanzienlijke milieugevolgen op straffe van nietigheid vooraf planMER getoetst dienen te worden. Dat betekent kort gezegd voor de situatie hier te lande dat het Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling vooraf die toetsing hadden moeten ondergaan. Dat is echter niet gebeurd. Dat betekent dat een rechtsgeldig toetsingskader voor de realisatie en exploitatie van het beoogde windpark ontbreekt en derhalve het beoogde windpark niet vergund noch gerealiseerd mag worden.

Ook de Raad van State heeft in deze uitspraak van het Hof inmiddels aanleiding gezien daarover expliciet vragen te stellen aan partijen in lopende bodemprocedures. De mondelinge behandeling daarvan vindt plaats / heeft plaatsgevonden op dinsdag 6 april 2021.

In het licht van de vaste en steeds verder aangescherpte rechtspraak van het Europese Hof is aannemelijk dat de vaste rechtspraak van de Raad van State op dit punt niet langer houdbaar is, want rechtstreeks in strijd met het Europese recht.

De norm die uit de Strategische Milieubeoordelingsrichtlijn volgt is dat een plan of programma met aanzienlijke milieugevolgen slechts dan mag worden vergund als vooraf met wetenschappelijke zekerheid is vastgesteld dat de gezondheid van de mens en diens leefomgeving wordt beschermd of verbeterd. Dit ziet zowel op de volksgezondheid als op de persoonlijke gezondheid van individuele omwonenden. Met mogelijke aantasting van de gezondheid van omwonenden wordt bovendien inbreuk gemaakt op de grondrechten van cliënten.

Nu feit van algemene bekendheid is dat ten minste 9% van alle omwonenden ernstige hinder en overlast van windturbines ervaart en mogelijk gezondheidsschade ondervindt, betekent dit dat vergunningverlening feitelijk al niet reëel mogelijk is. Hinder en overlast toebrengen aan buren en omwonenden kwalificeert bovendien ook civielrechtelijk als onrechtmatig en is in strijd met het burenrecht (artikel 5:37 BW).

In januari 2021 is bijgaand wetenschappelijk rapport verschenen. Daaruit blijkt dat er een verband is tussen windturbines en mogelijke gezondheidsschade.

Omwonenden hebben voorts niet kunnen vaststellen dat er een transparante procedure is opengesteld en gevolgd met behulp waarvan een gelijk speelveld is gecreëerd voor alle potentieel belanghebbenden. Daarmee wordt ontoelaatbaar rechtstreeks in strijd gehandeld met Unierechtelijke en nationale mededingingsnormen, die in acht moeten worden genomen bij de eventuele verlening van schaarse vergunningen als waarvan in dit geval sprake is.

Voorts wordt evenmin voldaan aan de eisen die volgen uit het Verdrag van Aarhus / Richtlijn 2011/92 E – geschreven om bij te dragen aan de bescherming van het recht in een milieu te leven dat passend is voor persoonlijke gezondheid en welzijn – omdat niet, althans niet volledig, aan de in dat Verdrag en in die richtlijn genoemde vereisten wordt voldaan, in het bijzonder niet aan artikel 7 daarvan (inspraak betreffende plannen, programma’s en beleid betrekking hebbende op het milieu).

Alleen al uit het voorgaande volgt dat de gevolgde procedure en besluitvorming ondeugdelijk en onhoudbaar is. Op grond daarvan verzoek ik u namens cliënte hierdoor dan ook de verleende vergunning(en) voor realisatie en exploitatie van het windpark in te trekken en ingetrokken te houden.

Graag ontvang ik uw bevestiging van de goede ontvangst van dit e-mailbericht en de behandeling daarvan.

Voor zover nodig moet ik ook reeds nu wijzen op mogelijke aansprakelijkheid voor het rechtens onjuist (doen) besluiten en (laten) realiseren van windturbineparken, in casu specifiek met betrekking tot turbines van het windpark. Het is goed dit nu onder uw aandacht te brengen zodat er voor zover nog mogelijk verder geen onomkeerbare stappen worden gezet, zoals bijvoorbeeld het kappen van bomen voor de aanleg van bouwwegen, heien en storten van beton voor de funderingen en het verstoren van natuur(waarden), etcetera.

“”